De beschikbaarheid van stikstof is in de fruitteelt geen vanzelfsprekendheid. De bodem zal van nature veelal pas vanaf medio mei stikstof mineraliseren. De bodemtemperatuur moet immers boven de 8-10°C zijn. Organische meststoffen die in het voorjaar toegediend worden, komen in een periode met lage bodemtemperaturen en een natte grond vaak moeizaam tot hun recht. Hier tegenover staat dat de stikstofbehoefte van het gewas, in de eerste periode van het jaar juist hoog is. Een appel- of een perenaanplant gebruikt 50% van zijn benodigde stikstof in de periode april – medio mei. Vooral peren en bijvoorbeeld ook een appelras zoals Natyra, reageert sterk op een stikstof tekort in de bloei. Dit resulteert in kleine egaal gele blaadjes (ook de nerven kleuren geel). De zetting is gebrekkig en een bloemknopvorming matig. Overmatige of te late toediening van stikstof veroorzaakt een vermindering van de rode kleur bij rode appels. De stikstof veroorzaakt dan een overmatige ontwikkeling van het blad waardoor de vruchten in de schaduw komen te hangen en niet goed kleuren.